Dinsdag is altijd een betrekkelijk rustige dag. Geen deadlines. Geen kleinkind en bij voorkeur geen afspraken. Ik heb besloten een beetje vooruit te werken. Mijn vriendin komt morgen een paar dagen logeren en dan is het fijn als ik niet nog aan het werk hoef. Ik installeer me op de bank en start het tv-programma waar ik een column over schrijf.
Nog geen 5 minuten later gaat de bel… shit, de schilders zouden vandaag komen. Nu heb ik dus echt een gruwelijke hekel aan werklui in mijn habitat en ik weet ook gelijk weer waarom. Ze willen altijd je toilet gebruiken, als je net onder de douche staat. Ze hebben koffiemelk in hun koffie, wat je niet in huis hebt. Die asociale hond van mij blaft de godganse dag omdat er ‘vreemd’ volk rondloopt en ga zo maar door. Ik trek het slecht maar een compleet garagecomplex schilderen trek ik nog slechter, dus het is even wat het is.
Alarm
Ik start het programma weer, maar dan besef ik dat ik me wat flauw voel. Programma weer op stil en een bordje voer klaarmaken. Zo en dan nu opschieten, want anders is de middag alweer rap voorbij. Ik weet de tijdspanne niet meer precies, maar ergens op driekwart van het programma ben ik blijkbaar in slaap gedonderd. Ik schrik wakker van een alarm…WTF weer een NL-Alert?? Nope. Het is mijn agenda die me om 14.55 uur verteld dat ik met mijn hond Johnny om 15.00 uur bij de dierenarts wordt verwacht. Handig ingesteld Sandy! Ik bel de dierenarts snel en kan een uurtje later nog terecht.
Een uurtje later parkeer ik mijn auto bij dierenarts en wil de riem pakken, die altijd gewoon in de auto ligt. Pech riem weg. Godzijdank heb ik een nog enigszins handzaam formaat hond, dus ik ren de praktijk in met acht kilo hond op mijn arm. Oh nee, God zegen de greep, de wachtkamer zit vol met katten. Weliswaar allemaal in een transportbench, maar hij ziet en ruikt ze natuurlijk toch. Vechten met acht kilo hond om hem op schoot te houden is geen pretje. Met het zweet op mijn rug wil ik het liefste rechtsomkeer maken. Niet doen Sandy, over tien minuten sta je weer buiten en is het leed geleden. En zo geschiedde.
Keukenhof
Ik klik mijn auto open en op dat moment stapt er een vrouw van, ik schat, zo’n jaar of vijfenzestig uit een auto. Met een knauwerig Amerikaans accent roept ze, terwijl ze aan komt lopen; “Mevrouw kunt u mij misschien vertellen hoe wij bij de Keukenhof komen?” Ik antwoord; “Euh.. ja… dat kan ik wel maar de Keukenhof is gesloten inmiddels hoor.” De vrouw kijkt mij verschrikt aan. “Dat meent u toch hopelijk niet?” vraagt de vrouw geschrokken. “Nou en of ik dat meen, ze zijn al ruim drie weken dicht.” De vrouw schiet vol; “Ik woon al achtendertig jaar in Texas, we zijn voor het eerst in al die jaren weer in Nederland en ik wil zo graag naar de Keukenhof. Nu ga ik al die bloemenpracht dus nooit meer zien.”
Ik besluit eerst even die acht kilo hond in de auto te zetten, want dit kan wel eens een gesprek worden dat langer duurt dan gehoopt en handzaam voelt inmiddels al niet meer zo handzaam. “Tja, ik vind het echt heel sneu mevrouw, maar heeft u zich vooraf niet laten informeren dan?”. “I thought it was open all summer long”, zegt ze. Van emotie is ze overgeschakeld naar Amerikaans. Ik spiegel me blijkbaar aan haar, want in het Amerikaans antwoord ik haar “I’m so very sorry, luckily there are so much more beautful places to visit in the Netherlands.”
Dicht
Op de terugweg in de auto dwaal ik in gedachten af naar mijn jeugd. Als kind zijnde, tijdens het buitenspelen, werd ons vaak de weg naar de Keukenhof gevraagd. Het was de tijd ver voor navigatiesystemen en Google maps. Steevast gaven we het antwoord; “De Keukenhof? Die is al weken dicht!” De grootste lol hadden we altijd om de bedremmelde gezichten. Missie geslaagd. Mobiele telefoons en internet was er uiteraard ook nog niet dus ze konden ook ter plekke niet even checken of die informatie klopte. Ik vraag me, met terugwerkende kracht en ietwat beschaamd, af hoeveel mensen daadwerkelijk de bloemenpracht van de Keukenhof hebben gemist door mij, en mijn minstens net zo irritante ettervriendjes en vriendinnetjes.
Nu écht verder met mijn column
Nog snel een boodschap doen en dan het laatste stukje tv-programma afkijken voor mijn column. Oh nee…die acht kilo hond zit achterin en met 20 graden kan ik die niet in de auto achterlaten. We eten wel een gebakken eitje. Thuisgekomen start ik wederom het programma. Zeven minuten voor het einde stapt mijn schoonmoeder even binnen voor een praatje. Ik geef het even op voor vandaag. Leuk zo’n rustig dagje.
Beeld bron: Pixabay
Mag ik je nog heel even iets vragen? Zou je ons alsjeblieft willen steunen door Tv-Vrouw op social media te volgen? Dankzij jouw steun kunnen we doorgaan met het schrijven van leuke artikelen en columns! Klik op de link hieronder. Namens het hele Tv-Vrouw team, ontzettend bedankt voor je support!