De verkoopster heeft er overduidelijk de pest in dat iemand de gore moed heeft om op een regenachtige maandagmiddag ‘haar’ kledingwinkel binnen te lopen. Vanmorgen al, tijdens een bakkie cappuccino en beschuitje kaas, had ze namelijk bedacht dat het wel eens een hele stille middag kon worden en dat was, na haar pittige weekend, precies wat ze nodig had.
Ze leunt verveeld tegen een tafel waar shirts en broeken op uitgestald liggen. Kijkt naar het beeldscherm van haar telefoon en ze lijkt zich enigszins betrapt te voelen getuige het feit dat ze haar telefoon snel wegschuift onder een stapel shirtjes.-
Zuur
Ik stap binnen, groet haar en doe net of ik niet zie dat ze haar telefoon verstopt onder de shirts. Ze mompelt iets onverstaanbaars terug en kijkt daar zo vreselijk zuur bij dat ik eventjes twijfel of ik gelijk weer rechtsomkeer zal maken. Ik bedenk me dat dat is wat ze het liefste zou willen. Gaan we dus niet doen.
Ik struin wat door de rekken, ben niet echt op zoek, maar in de etalage hing een trendy knalroze blouse die mijn aandacht trok. Waar hangen die krengen dan? “Mag ik iets vragen?” “Huhu” knikt ze zichtbaar nog steeds aangedaan dat ik haar van haar tijd beroof. “Waar hangen die blouses”, ik wijs naar de blouse in de etalage. “Oh dat is de laatste.” Ik wacht op een vervolg in de trant van “Welke maat zoekt u dan kijk ik even op de pop?”, maar er komt geen vervolg…
Recalcitrant
Ik voel mijn recalcitrante persoonlijkheid opzwellen, ik heb haar tegenwoordig al veel beter onder controle dan vroeger, maar zo af en toe zwelt ze in zo’n buitensporige omvang dat ik niet anders kan dan haar eruit te laten. Het is of haar laten ontsnappen of ontploffen!
Ik vraag de verkoopster, vriendelijk geveinsd, of ze “even voor me wil kijken welke maat het is op de pop.” Ze loopt naar de pop, checkt het label en zegt “sorry het is maat 36.” Ik, die toch echt maat 40 draag, zeg met een stalen smoelwerk “‘oh maar dat lukt denk wel hoor, zou hem toch graag even passen.”
Pop
Ze kan niet anders dan de blouse voor me van de pop halen, waarbij de armen van de pop gedemonteerd moeten worden. De pop staat wat onhandig opgesteld waardoor het hele proces echt wel even een dingetje lijkt te worden. Als ze met de vlekken in haar nek daar bijna klaar mee is, zeg ik wederom met een stalen smoel “ah weet je laat ook eigenlijk maar, dat gaat natuurlijk nooit lukken een maat 36.” Het arme schaap wordt niet goed… Haar hele lijf schreeuwt “Wijf donder toch op, laat me met rust! Ik heb een kater, mijn vriend heeft me gisteren laten zitten en ik wil hier eigenlijk helemaal niet werken!” Uiteraard laat ze deze woorden niet uit haar mond rollen, sterker nog ze perst haar lippen zichtbaar op elkaar tot een zuinig mondje.
Vragen
Ik ben aan en kan me niet bedwingen er nog een schepje bovenop te gooien. Pak willekeurig uit de rekken het één en ander en begeef me naar de paskamer. Vanuit de paskamer roep ik om hulp. “Kan jij deze misschien even in een 42 voor me pakken want 40 is echt te klein? Nee 42 is het ook niet hoor, het is gewoon mijn modelletje niet denk ik. Kan je anders die groene even voor me pakken, misschien dat die beter past qua model?” zo ga ik nog even door. Ze wil niet praten dus stel ik haar vragen, heel veel vragen. “Wat denk jij, is dit wat voor mij? Welke vind jij leuker, die groene of die beige?” Ik ben op dreef en geniet van haar getergde blik, ik moet mezelf echt toespreken dat het genoeg is geweest nu.
Cavia
Ik besluit de verkoopster te ontzien en duw alle kleding in haar armen met de woorden “Volgende keer beter, jammer hoor.” Mijn recalcitrante persoonlijkheid heeft echter andere plannen en ik hoor mezelf zeggen, terwijl zij daar staat met een kilo of zes aan kleding op haar arm “Echt zo jammer dit, ik was zo toe aan iets kopen, gewoon als troost want gisteren is Bertus overleden.” Ik zie haar haast denken “Neeee niet ook nog zo’n zielig kloteverhaal, ga gewoon weg raar mens!” Plichtmatig antwoord ze “Oh dat is rot.”
Vals als ik ben, kan ik het niet laten om er nog een schepje bovenop te gooien “Ja meid we zijn er allemaal kapot van, hij was ook pas 4 en nooit ziek, altijd vrolijk. We hebben het echt niet aan zien komen en weten ons geen raad zonder hem.” Het verkoopmeisje kan niet meer en ik krijg een heel klein ietsje medelijden met haar. Genoeg is genoeg!
Onze Bertus
Ik kijk haar diep in haar ogen aan als ik dramatisch met een snik in mijn stem zeg “Onze Bertus was echt de liefste cavia ooit.” Ik kan niet aflezen aan haar gezicht of ze opgelucht is dat het maar om een cavia ging of dat ze me nu een nog vreemder, haar maandagmiddag verstorend, wijf vindt. Het maakt ook niet uit. Ik heb mijn gram gehaald. Terwijl ik het strijdtoneel verlaat roep ik in het loopje naar buiten “Oh lieverd, als je je telefoon zoekt, die ligt onder dat stapeltje shirtjes, fijne dag nog verder!”
Beeld bron: istock
Mag ik je nog heel even iets vragen? Zou je ons alsjeblieft willen steunen door Tv-Vrouw op social media te volgen? Dankzij jouw steun kunnen we doorgaan met het schrijven van leuke columns! Klik op de link hieronder. Namens het hele Tv-Vrouw team, ontzettend bedankt voor je support!